website De Tempel
's-Gravenhage

Homepage

Alle plaatsen in Zuid-Holland

  Den Haag Het wapen van 's-Gravenhage

Geschiedenis
In 1248 besloot Graaf Willem II dat er een groot kasteel gebouwd moest worden in het (Haagse) bos, op de locatie waar zijn vader Floris IV jaren eerder een landhuis had gekocht. Dat landhuis stond bij een duinmeer dat nu nog steeds bestaat. Het is de Hofvijver.
De geschiedenis van Den Haag begint voor velen in 1248. In 1998 vierden we dan ook het 750 jarig bestaan van Den Haag, maar al in 1097 hadden de Graven van Holland een versterkte woning bij het duinmeer. Dat huis stond tussen Noordeinde en Kneuterdijk. Voor deze woning (omgeven door stevige muren) lag een driehoekige Voorplaetse (Plaats). Het plein de Plaats is dus ouder dan Den Haag!
En al voor 1097 voor en tijdens de "Romeinse tijd" woonden hier mensen. Soms in kleine hutjes, soms in nederzettingen langs de Romeinse wegen. Keer op keer worden er aanwijzingen gevonden dat hier 2000 jaar geleden al gewoond werd. De Beek werd nog Haraga genoemd en de nederzetting die rond 1100 na Christus ontstond op de plaats waar nu de wijk Kortenbosch ligt werd Up de Gheest genoemd.
De woning was een rustpunt voor de Graven wanneer ze vanuit hun Ridderzaal te Haarlem, via Leiden naar 's Gravenzande reisden.
Dat oude huis werd waarschijnlijk al 's Haghe genoemd en lag bij de duinbeek die ook nu nog steeds in de Hofvijver uitmondt. Nu noemen we die duinbeek "De Beek", omstreeks 1100 AD sprak men -volgens oude boeken- nog van de Haragha (of Horega).
Om deze middeleeuwse woning stonden meerdere boerderijen op een oude Duinwal. Er bestaan, zoals aangegeven, aanwijzingen dat deze nederzetting "Up de Gheest" werd genoemd.
Oude duinwallen werden Geestgronden genoemd. Er zijn meer oude plaatsen met een soortgelijke naam: Poelgeest, Oegstgeest, Uitgeest. Ook sprak men in de 13e eeuw nog van "Rijswijc an der Gheest".
In Den Haag herinnert de straat "Geest" nog aan de oude naamgeving. Ook in de 13e en 14e eeuw sprak men nog van "Op de Geest" als buurt. Den Haag had toen ook een Veenbuurt gekregen aan de kant van de Venestraat.
Up de Gheest had omstreeks 1250 grenzen die nog steeds goed te herkennen zijn : Het Westeinde, de Riviervismarkt, de Groenmarkt, Het Halstraatje, Buitenhof, (gevangenpoort), de noordzijde van de Plaats, de Papestraat, de Nobelstraat, Geest, Slijkeinde en het Kortenbos.
Er is nog een manier om de grenzen van het oorspronkelijke Den Haag te herkennen. De oudste straten die door dit deel van de stad lopen veranderen allemaal van naam zodra ze de 'oude grens' gepasseerd zijn. De Hoogstraat (lopend over het hoogste punt) verandert na de 'noordgrens' in het Noordeinde en na de 'zuidgrens' in Venestraat. De Vleerstraat (hier stonden Vlierbomen) verandert na de 'noordgrens' in Breedstraat en na de 'zuidgrens' in Assendelftstraat.
De Pastoorwarande, nu een straat voorbij de 'noordgrens', was één van de hoeven die bij de Geest lagen. Deze hoeve was ook omgeven door grachten en wallen. Er woonde dienaren van de St. Jacobskerk.
Op de Geest stonden enkele boerderijen en op het hoogste punt stond de voorloper van de St. Jacobskerk. Graaf Floris II is omstreeks 1097 de stichter van de versterkte hoeve aan de Plaats geweest. Het gebouw was omringd door grachten en wallen, maar toch viel het oog van de Graven later op één van de andere gebouwen. De hoeve aan het duinmeer van de vrouwe van Mailand Wassenaer.
Floris IV gebruikte die hoeve om na de jacht op wild in het Haagse Bos uit te kunnen rusten, Graaf Willem II wilde echter een heus Keizerlijk paleis laten bouwen.
Hij was Rooms Koning van het Duitse Rijk en zou omstreeks 1250 Keizer van dat Rijk worden. De reden dat hij zijn paleis in een bos wilde bouwen was onder andere dat hij bestaande steden niet jaloers wilde maken. Door een kasteel in één van die steden te bouwen, zouden de andere steden zich benadeeld (kunnen) voelen. Bovendien -en dat woog in de vroege Middeleeuwen waarschijnlijk nog zwaarder- hadden enkele van zijn voorouders slechte ervaringen met het wonen in een bestaande stad. Het gebied bij de Vijver was eigen grond. Hier kon hij naar eigen wens en inzicht een enorm kasteel laten bouwen, een Keizer waardig.
De (gedeeltelijk door de Romeinen gegraven) Vliet was dichtbij evenals de zee en ook de oude weg tussen Delft en Leiden lag niet ver weg.
Het kasteel met stevige muren en vele bijgebouwen dat Willem II waarschijnlijk heeft willen bouwen is slechts gedeeltelijk afgebouwd omdat Willem II vroegtijdig, nog voor de kroning tot Keizer, is omgekomen (veldtocht tegen de West-Friezen).
Zijn zoon (Graaf Floris V) heeft er echter nog wel voor gezorgd dat de Ridderzaal daadwerkelijk gebouwd is.
Bij de Ridderzaal kwamen na 1300 wel machtige muren (met poorten) te staan en bovendien lag een ring van water (grachten en vijver) om het terrein heen. In de buurt van het kasteel kwamen vervolgens steeds meer mensen wonen.
Omdat Holland omstreeks 1300 onderdeel ging uitmaken van een groter Graafschap (Zeeland, Henegouwen en Holland) werd Den Haag als bestuurscentrum minder belangrijk. De plaatsvervangers van de nieuwe graven (de Stadhouders) kozen Den Haag echter nog wel als residentie.
Daardoor bleef het dorp groeien. Er waren altijd militairen aanwezig en dat gaf een veilig gevoel. Bovendien was er een gracht gegraven om het water van de Hofvijver en Hofsingels te spuien (Het Spui) en daarom heen ontstond een arbeiders wijkje met enkele andere grachten (Voldersgracht en Lange Gracht). Den Haag had omstreeks 1350 zoveel inwoners dat het meer op een stadje leek dan op een dorp. Graaf Aalbrecht -die zelf vrijwel permanent in Den Haag woonde- gaf aan ieder die in Den Haag woonde bepaalde belastingtechnische voordelen. Daardoor trokken meer mensen naar Den Haag om zich er te vestigen. Den Haag kreeg ook een stedelijk bestuurs- en "gezagshandhavers" apparaat. Het echte dorpse karakter behoorde na 1350 in feite tot het verleden.
Vergeleken met steden van de 21e eeuw bleef Den Haag natuurlijk een stad met een dorps karakter tot 1920, maar naar de maatstaven van die tijd kon Den Haag na 1350 een stad worden genoemd. In officiële stukken van vóór 1806 word dan ook regelmatig gesproken over 'de stad Den Haag' (Die Haghe).
Er hebben aan de noord en oostzijde van Den Haag wel enkele malen wallen en versterkingen gelegen. Een ring van Stadsmuren kreeg Den Haag echter nooit.
Allereerst waren de Graven tegen en later lagen de Hollandse Steden dwars. De Hollandse steden waren namelijk een soort stadstaatjes en hadden behoorlijk veel macht. Delft en Leiden stonden niet toe dat Den Haag muren zou krijgen. Ze vermoedden dat Den Haag dan ook een machtig stadstaatje zou worden en dat was slecht voor de handelspositie van bovengenoemde steden. Burgers van Den Haag hadden echter wel de zelfde rechten en plichten als andere stedelingen in Holland.
Toen Den Haag omstreeks 1560 uiteindelijk wel toestemming kreeg om een muur te bouwen, werd het -door de bevolking ingezamelde- geld gebruikt om een stadhuisje te bouwen. Dit stadhuisje bestaat nog steeds (Groenmarkt).
Het ontbreken van muren kwam Den Haag duur te staan in de 80 jarige oorlog. Het dorp raakte geheel ontvolkt en de bebouwing ging grotendeels in vlammen op. Er zijn dan ook niet veel gebouwen in de stad die ouder zijn dan 400 jaar.
Na de 80 jarige oorlog werd Den Haag regeringscentrum van de Republiek. Eigenlijk weer vanwege het feit dat men voor geen echte stad wilde kiezen om jaloezie der steden te voorkomen. Bovendien had de familie Van Oranje besloten om in Den Haag te gaan wonen. Het terrein om het voormalige kasteel werd nu het Stadhouderlijk Paleis. Oude muren werden vervangen door nieuwbouw. Tussen 1600 en 1650 kreeg het Stadhouderlijk kwartier het uiterlijk dat het nu eigenlijk nog steeds heeft. Rond de Hofvijver (die nog altijd op een duinmeer had geleken, maar omstreeks 1630 rechthoekig werd gemaakt) en aan het Voorhout verschenen mooie huizen van steen.
Den Haag werd een hofstad. Stadsmuren kreeg de stad niet. Er werd wederom toestemming gegeven door de andere steden, maar het geld ontbrak. Wel werd een verdedigingssingel aan gelegd (1612-1619). Deze Singel bestaat nog steeds.
De prinsen van Oranje regeerden vanuit Den Haag van ongeveer 1600, met uitzondering van een korte stadhouderloze periode tussen 1650 en 1672, tot 1702. Toen volgde een tweede stadhouderloos tijdperk. De Republiek werd nu geregeerd door regenten. Deze lieten tussen 1702 en 1747 de meeste panden in het centrum van de stad aanpassen aan de mode van die tijd. Trapgevels sneuvelden en de Vijverbergen en het Voorhout kregen het aanzien dat ze nu nog steeds hebben. Alleen het Pagehuis bleef in zijn oorspronkelijke vorm bewaard. Alle andere gebouwen kregen strakke gevels.
Beroemde architecten -zoals Daniël Marot- bouwden schitterende huizen op de Kneuterdijk en het Voorhout.
Na 1747 had de Republiek weer een Oranje als staatshoofd.
Deze laatste stadhouder regeerde tot de Franse overheersing. In 1806 kreeg Den Haag eindelijk Stadsrechten. In 1811 werden die herbevestigd.
Na 1815 werd Nederland definitief een Koninkrijk. Na 1845 groeide Den Haag buiten de singels. Eerst werd gebouwd in het Willemspark, later ontstond de Zeeheldenbuurt en groeide de stad in alle richtingen. Hoewel noord- en oostzijde relatief 'groen' bleven.
Omstreeks 1900 werden de meeste binnengrachten gedempt. Sommige daarvan waren bijna 600 jaar oud. Daarmee zette men een proces in gang dat de echte (en wereldberoemde) schoonheid van de stad langzaam verloren heeft doen gaan.
Ook de Tweede Wereldoorlog heeft flinke lidtekens achtergelaten. Allereerst is er stevig gevochten in en om Den Haag. Het is de enige Europese stad waar de Duitsers in de mei dagen van 1940 gevoelige nederlagen leden. 11 mei waren de buitenwijken van de stad in Duitse handen. 14 mei was de stad weer van de Nederlanders. Het bombardement op Rotterdam maakte echter een eind aan eventuele illusies.
De Duitsers braken tijdens de oorlog hele woonwijken af vanwege de Atlantic Wall. Enkele bunkers bevinden zich nog in de duinen en in het Benoordenhout. Het zijn beschermde monumenten, maar de natuur houdt daar geen rekening mee en vooral in het Benoordenhout blijkt dat zelfs de sterkste Duitse bunkers -op den duur- niet bestand zijn tegen de kracht van (boom) wortels.
De geallieerden voerden een schandalig bombardement uit op het Bezuidenhout (maart 1945). Na de tweede wereldoorlog is het slopen door gegaan.
Het heeft tot de jaren '90 van de 20e eeuw geduurd voordat men door kreeg dat 'snelle' nieuwbouw vaak roofbouw was. Nu begint men weer wat meer aandacht te krijgen voor schoonheid. De stad is ondertussen internationaal bekend geworden vanwege het Joegoslavië tribunaal en het internationaal Strafhof.
Bron: Korte geschiedenis van Den Haag
Geschiedenis volgens Hagenezen: Zeiksijs
Naam
Vanouds werd voor de plaats de naam Die Haghe of Den Hag(h)e gebruikt. Vanaf 1602/1603 gebruikte het stadsbestuur officieel de naam 's-Gravenhage, die als deftiger werd beschouwd. Sinds 1990 gebruikt de gemeente consequent de naam Den Haag (in plaats van 's-Gravenhage), ook al vanwege de internationalisering van de hofstad, haar huidige recent verworven status van juridische hoofdstad van de wereld (IGH; VN-ISH), en tevens om aan te sluiten bij buitenlandse benamingen als The Hague in het Engels, La Haye in het Frans, (Den) Haag in het Duits, Haag in het Deens en La Haya in het Spaans. In 1990 werd een voorstel om de naam officieel in Den Haag te veranderen echter afgewezen.
Bron: Wikipedia

grote kerk 's Gravenhage
Gelinkt van www.grotekerkdenhaag.net

De Grote of St. Jacobskerk
De Grote of St. Jacobskerk behoort met het Binnenhof tot de oudste gebouwen van Den Haag. Vermoedelijk bestond er al een houten kerk in de 13de eeuw. In 1335 spreken de bronnen van de ‘grote kercke’, hetgeen duidt op een stenen godshuis. Rond 1420 verrees de zeskantige toren. Aan het eind van de 15de eeuw had de kerk zijn huidige omvang bereikt.

De Laakmolen
De Laakmolen op de hoek van de Laakkade en de Trekweg dateert van 1699 en is gebouwd op de fundamenten van een vroegere molen, die men in de zeventiende eeuw ook wel raymolen noemde. Deze naam, die een ietwat lugubere achtergrond heeft, is waarschijnlijk afgeleid van "raeybraken" (radbraken). De molen stond namelijk vlak bij het Galgenheul: een van de galgenvelden van het Hof van Holland, de rechtbank van de provincie. Op een galgenveld werden de lijken van misdadigers niet begraven, maar - als afschrikwekkend voorbeeld - opgehangen aan een galg of zittend op een rad geplaatst en aldus overgelaten aan de wind en de vogels.

Laakmolen
Gelinkt van www.denhaag.nl

Luchtfotografie en Architectuur met ongekend lijnenspel

luchtfoto
Gelinkt van: www.aeroview.net.

Bezienswaardigheden

More than 400 Art Nouveau buildings, Den Haag is a must for the Art Nouveau tourist but is seldom pointed out by Art History books despite of its architecture and ceramic firm. This is the political capital of the Netherlands (the queen has her castle here and not in Amsterdam, numerous European institutions are located there). The large developpement of Den Haag was during the Art Nouveau aera, which makes that whole quaters of the town are built in Art Nouveau (e.g. Scheveningen, Staten, ...). If some UNESCO sources say that Riga is the town with the largest Art Nouveau heritage, it seems that La Haye could rival?
Bron: perso.wanadoo.fr/artnouveau/en/villes

Huis Leuring, Henry Van de Velde, 1901
Huis Leuring

Waar ligt Den Haag?
Den Haag: Stad achter de duinen op de Michelinkaart


 
   

 

Vorige Vorige plaats      Overzicht plaatsen      Volgende plaats Volgende
Index    
 

advertenties